De schoonmaakbranche is na de uitbraak van het coronavirus in een positief daglicht komen te staan, maar de instroom aan medewerkers blijft laag. Dat baart Belinda Dekkers, directeur van UL-Team, zorgen. “Er ligt de taak om te laten zien wat het vak van schoonmaker inhoudt en welke kansen er liggen voor hem en haar.”
Lees verder
Dekkers vraagt zich hardop af hoe lang nog wordt ingezien dat schoonmaak zó belangrijk is. “Het effect ebt nu al weer weg. Het verbaast me dan ook niets als we over een jaar weer terug zijn bij het oude normaal. Dat de meeste mensen weer terug zijn op kantoor en we qua schoonmaak weer verdergaan waar we twee jaar geleden zijn gestopt. En dat het de eerste post is waarop wordt bezuinigd. Wij mensen zijn namelijk gewoontedieren en vervallen gemakkelijk in oude patronen.”
Volgens de directeur van UL-Team heeft de schoonmaakbranche veel problemen om nieuwe medewerkers te krijgen. “En dat blijft ook zo als er geen actie wordt ondernomen. Wij moeten laten zien wat het vak inhoudt en welke mooie carrièrekansen er liggen. Je kunt je als schoonmaker bezig blijven houden met algemene schoonmaak, maar je kunt je ook specialiseren. Je kunt een vloerenspecialist worden of aan de slag bij hotels of in de zorg. Schoonmaker is een allround functie en met veel eigen verantwoordelijkheid. Je bent als schoonmaker verantwoordelijk voor je eigen materialen en middelen en dat is een heel behoorlijk bedrag. Een gemiddelde laptop is goedkoper….”
De schoonmaakbranche zelf, maar ook de overheid speelt hierin een belangrijke rol. “Laten we vooral de posters laten hangen waarop benadrukt wordt hoe belangrijk hygiëne is, waarbij veelvuldig goed handenwassen de basis is. En aanvullend de mogelijkheid bieden voor desinfectie van je handen bij de entree van een gebouw of kantoor. Natuurlijk desinfecteert niet iedereen meer zijn of haar handen, maar wie wil kan het dan nog. Als werkgever moet je je mensen ook blijven sturen op het wassen van de handen; maak het onderdeel van je regels. En een flesje desinfectiemiddel is bij ons een standaardonderdeel geworden van het trainingspakket voor de docenten.”
Door het coronavirus besloot UL-Team haar trainingen te geven voor kleinere groepen. “Een groep bestond uit maximaal zes deelnemers en de trainer. Op die manier konden we op een gezonde en veilige manier lesgeven. Je wilt namelijk niet dat een trainer alleen maar bezig is met scheidsrechter spelen en mensen uit elkaar halen. Hoe groter de groep is, hoe meer hij of zij in die rol terechtkomt in plaats van informatie over te kunnen brengen om met elkaar de kennis en vaardigheden te vergroten. Daarom hebben we bewust afgeschaald.”
Vanuit financieel oogpunt is het alleen niet haalbaar om dit voor de lange termijn vol te houden, geeft Dekkers te kennen. “Ik kan de tarieven niet verhogen, omdat we werken met zes in plaats van twaalf cursisten. Daarin moeten we een balans vinden. Voorheen hadden we wel eens groepen van zestien deelnemers, maar dat gaan we in ieder geval niet meer doen. Een groepsgrootte van negen tot twaalf mensen is voor iedereen interessant. Ook voor het leereffect binnen de groep.”
Volgens Dekkers zijn er ontwikkelingen die de komende jaren extra aandacht verdienen in onderwijsland. “Er is de nodige taalachterstand in de schoonmaakbranche, meer dan twee of drie jaar geleden. Dat komt deels omdat er veel instroom is vanuit de inburgeringskant. De Nederlandse taal is voor bijna alle opleidingen een exameneis bij het RAS en daar ligt een grote uitdaging. Daarom bieden wij nu ook de combinatietraining taal en schoonmaak aan. Met een koppeling om online trainingen te volgen om zodoende de online vaardigheden te vergroten. Want ook daar ligt een uitdaging; schoonmakers worden steeds vaker gevraagd om te werken met QR-codes en digitale aftekenlijsten. Zij moeten dus wel weten hoe dit werkt.”
Het valt Dekkers op dat werkgevers nog wel eens terughoudend zijn om hun werknemers op te leiden. “De argumenten die ik daarbij dan hoor zijn: ‘Maar dat kost geld. Ze vertrekken snel weer of gaan naar een andere werkgever.’ Maar als heel de branche begint met opleiden, krijg je altijd opgeleide werknemers. Het verhoogt de efficiëntie en er is een lager ziekteverzuim omdat mensen weten hoe ze moeten werken. Ook is er een beter gebruik van materialen en middelen en dus minder kosten voor vervanging en onderhoud. Die investering heb je dan snel terugverdiend. Investeer dus in je medewerkers om ze te behouden en zeker in het licht van de krapte op de arbeidsmarkt die er is op dit moment.”
Tot slot is Dekkers trots dat UL-Team een mooie notering heeft in de ranglijst van Partners of Choice. “Het is een bevestiging voor ons werk. Wij nemen regelmatig interviews af met onze klanten en doen onderzoek en dan krijg ik vaak terug dat wij goed luisteren. Wij zijn proactief, denken mee met de klant en gaan voor de samenwerking. Winst maken is niet ons belangrijkste streven. Een opleiding is een investering voor een klant en dat vraagt zorg en aandacht. Daarom werken we ook niet met standaardpakketten. We werken altijd met een intake en betrekken daar ook de deelnemers bij. Wat zij aangeven te willen leren nemen we in de training. Daarnaast eindigen we met een persoonlijk actieplan voor de deelnemer. Tot slot evalueren wij elke training en proberen wij continu bij te schaven om te komen tot nóg betere lesstof.”
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met UL-Team.
www.ul-team.nl
Benieuwd naar de overige onderzoeksresultaten? Kik hier