De overheid stelt sinds 1 juli van dit jaar meer eisen aan de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E). Het doel van deze aangescherpte regelgeving is om de werkomgeving veiliger en gezonder te maken. Voor het substantieel terugdringen van veiligheidsrisico’s en ongevallen is echter meer nodig, te beginnen bij meer betrokkenheid van medewerkers.
Dat is de visie van BMD Advies. De onderneming ondersteunt bedrijven bij het behalen van hun QHSE-ambities. Dat omvat naast arbo en veiligheid ook milieu, gezondheid, managementsystemen en energie. Vanuit negen kantoren werken honderd professionals aan deze vraagstukken. En met succes: BMD Advies staat maar liefst twee keer in de top 3 van het Partner of Choice-onderzoek van Arbo, namelijk als adviesbureau op het gebied van arbo en veiligheid en als opleider. Een interview met Norman Smit, voorzitter van de Verenigde BMD Advies-kantoren, en Pieter Diehl, senior adviseur van BMD Advies.
Pieter Diehl is al dertig jaar veiligheidskundige. Hij heeft de arbowereld in die tijd stapsgewijs zien veranderen. “Toen ik begon, wilde de wetgever arbeidsomstandigheden verbeteren door fouten te bestraffen. De veiligheidsregels werden van bovenaf opgelegd. De arbo-coördinator trad op als een politieagent en medewerkers deden simpelweg wat hen werd gezegd.” “Dat werkt misschien op korte termijn, maar vormt geen basis voor een structurele oplossing”, vult Norman Smit aan. Onder de oude aanpak was er wel sprake van een verbetering, maar al snel stabiliseerde het aantal bedrijfsongevallen. Smit merkt op dat risico’s het grootst zijn tijdens ploegendiensten, onderhoud en productwisselingen aan machines, “nog even los van seizoenwerkers en andere uitzendkrachten”.
Het oude denken is inmiddels op veel plaatsen ingeruild voor een andere aanpak. “In fase twee is de nadruk meer komen te liggen op preventie”, vervolgt Diehl. “De ouderwetse controlerondjes zijn meer losgelaten en vervangen door veiligheidsaudits. Arbobeleid is meer gericht op de praktijk en op het voorkomen van ongevallen. Dat is al een hele verbetering, het wordt steeds veiliger.” “Door audits als service aan te bieden en de RI&E als paraplu te zien, maken we echte stappen bij opdrachtgevers”, aldus Smit. “Het meedenken op alle niveaus in een organisatie draagt hier aan bij.” Toch gebeuren er nog te veel ongevallen die te voorkomen zijn. “Het stabiliseert opnieuw”, ziet Smit. “Er is een omslag in het denken nodig. Het gaat om de intrinsieke motivatie van medewerkers om veilig werken door een andere bril te bekijken.”
Aanscherping van de regels voor de uitvoering van een RI&E, zoals die per 1 juli van kracht zijn geworden, juicht Diehl toe. “Het aankruisen van vinkjes volstaat niet meer. Je kunt je niet langer beperken tot het louter benoemen van alle arbeidsrisico’s. Je zult ook de achterliggende oorzaken moeten aangeven.” Hij geeft een voorbeeld. “Voorheen werd simpelweg geconstateerd: ‘Er staat een kast voor de nooduitgang’. Nu moet worden aangegeven waarom die kast voor de nooduitgang staat en wat er kan worden gedaan om dit probleem op te lossen.” In de ogen van Diehl nodigt de nieuwe RI&E uit tot een verdiepingsslag. Smit constateert dat de kwaliteit van het ‘Plan van Aanpak’ toeneemt. “Door niet alleen een checklist af te werken maar ook de juiste en kritische vragen te stellen, kom je tot een beter advies. Veel bedrijven onderschatten het belang en de importantie van een RI&E. Ze zien het vooral als een (onnodige) kostenpost. Een typisch geval van ‘penny wise, pound foolish’.”
Toch wordt de kern van het probleem er nog niet mee aangepakt. Diehl: “Er is onder medewerkers nog te veel sprake van passiviteit. Er zijn maatregelen getroffen om risico’s terug te dringen, maar medewerkers pakken niet automatisch de verantwoordelijkheid. Ze geven weinig feedback. Hiervoor is inderdaad een omslag in het denken nodig, we zien dat veel bedrijven daar moeite mee hebben.”
In de derde fase, die van Safety II, komt de focus meer te liggen op de veiligheidscultuur van het bedrijf en het gedrag van mensen. “Door medewerkers te laten meedenken en meepraten over de veiligheid van hun eigen werkomgeving, maak je ze mede-eigenaar van die veiligheid. Op die manier groeit het bewustzijn over de eventuele risico’s op de werkvloer. Alleen dan kun je het gedrag daadwerkelijk veranderen”, weet hij uit ervaring.
BMD Advies wil zich juist daarin onderscheiden: het betrekken van medewerkers in arbobeleid. “Omdat wij ervan overtuigd zijn dat dit de manier is om gedrag te veranderen”, zegt Smit. Aan het uitvoeren van een RI&E gaat een stap vooraf: het vaststellen van de kernwaarden van een organisatie. Smit: “En dan niet door de ogen van een reclamebureau, maar door de mensen zelf. Eerst met het managementteam en vervolgens met de medewerkers. In dat traject wordt vanzelf duidelijk welke plaats veiligheid inneemt in de kernwaarden.”
Een noodzakelijke aanvulling hierop is het trainen van het middenkader. “De Shells van deze wereld doen dat al, maar bij veel bedrijven gebeurt dit nog niet.” Het middenkader speelt een essentiële rol bij veilige werkomstandigheden. “Immers, zij lopen op de werkvloer rond. Zij moeten medewerkers aanspreken en worden op hun beurt door medewerkers aangesproken. Geef ze dan ook de tools om die doelen te bereiken. Train ze in communicatievaardigheden, in het geven en verwerken van feedback.” “Wij trainen het middenkader in leiderschap, zonder het overigens zo te noemen”, zegt Smit afrondend. “De praktijk wijst uit dat de houding van het middenkader bepalend is voor de bedrijfscultuur, bepalend voor het gedrag op de werkvloer en daarmee voor de veiligheid. Dat wil niet zeggen dat de RI&E in belang ondersneeuwt, maar het optimaliseren van de arbeidsomstandigheden vraagt om meer dan alleen het uitvoeren van een RI&E.”
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met BMD Advies, de fullservice QHSE-partner.
bmdadvies.nl
Benieuwd naar de overige onderzoeksresultaten? Kik hier