Het consultancy- en trainingsbureau Précon adviseert food- en non-foodbedrijven op het gebied van kwaliteitsmanagement. Managing director Marcel Tijhuis vertelt over de ontwikkelingen in het vakgebied en de uitdagingen waarvoor levensmiddelenbedrijven zich geplaatst zien. Het belangrijkste advies dat hij kan geven: “Geloof in mensen, investeer in je personeel, in opleidingen. Dat is zo ontzettend belangrijk. Om mensen te werven en te behouden, maar ook om je eigen processen te verbeteren.”
Lees verder
“Onze missie spitst zich toe op het maken van veilige en eerlijke producten. Dat doen we natuurlijk niet zelf, dat doen onze klanten. Wij ondersteunen ze daarbij”, begint Tijhuis. “Dat wij daarmee Partner of Choice zijn geworden, komt denk ik vooral doordat we bij Précon kwaliteit boven alles stellen. Daarbij staat de klant centraal. Wij zijn pas tevreden zijn als onze klant excelleert. Ik denk dat klanten dat ook ervaren. Dat we geen half werk leveren en dat onze mensen vakmensen zijn. Daar investeren we ook in, in het aannemen van de goede mensen en in training en begeleiding. Alles met als doel dat onze klanten kunnen uitblinken op het gebied van veilige en eerlijke producten. En dat doen we al bijna 30 jaar.”
“Traditiegetrouw is voor ons en voor de klant de voorbereiding voor klanten- en certificeringsaudits belangrijk. Maar we zien wel verschuivingen in de uitdagingen waar klanten voor gesteld worden en daarmee de vraagstukken waarover wij worden geraadpleegd”, gaat Tijhuis verder. “Zo is de behoefte aan gedetailleerde informatie over levensmiddelen de laatste jaren steeds groter geworden. Dat uit zich in specificatiebeheer, beheer van grondstofinformatie, receptuuropbouw en eindproductspecificatie. Omdat die productinformatie zo belangrijk is geworden, is het ook steeds crucialer daar de goede IT-oplossingen voor te hebben.”
“Daarnaast neemt ook de behoefte aan automatisering van andere kwaliteitszaken toe, zoals het digitaliseren van controles en hygiënerondes of het bewaken van opvolging van afwijkingen. Het bieden van een totaaloplossing via een allesomvattend geautomatiseerd systeem is voor ons dan ook een aanzienlijke dienstverlening geworden.”
Wat voor de food-sector geldt, geldt volgens Tijhuis eigenlijk onverminderd voor non-food. “Die sector bedienen we sinds een aantal jaren ook. Veel non-foodproducten worden geïmporteerd van buiten Europa, maar moeten wel voldoen aan de Europese wetgeving. Om aan te kunnen tonen dat een product veilig is en aan de wet voldoet, moet een dossier worden opgebouwd. Dan gaat het dus, net als bij food, over compliance aan wet- en regelgeving en uiteindelijk ook over productspecificaties en productinformatie op labels.” “We zijn heel blij dat we destijds de uitbreiding naar non-food hebben gedaan. Veel retailers bieden steeds vaker ook non-food aan onder private label. Bovendien speelt voedselveiligheid hier in sommige gevallen ook een rol. Denk maar aan voedselcontactmaterialen. Die zijn bij levensmiddelen natuurlijk belangrijk, bijvoorbeeld als het gaat om verpakkingen, maar voor non-foodproducten als servies of bestek is het helemaal essentieel dat de gebruikte materialen veilig zijn. Met de wereld van non-food is onze expertise nog groter geworden. Dat is een mooie aanvulling voor onze klanten.”
“Wat ook opvalt, is dat er steeds meer aandacht is voor de voedselveiligheidscultuur binnen bedrijven. Wellicht mede doordat in de nieuwe GFSI 2020 benchmark verplicht is gesteld dat in elke certificeringsstandaard voedselveiligheidscultuur opgenomen moet zijn. Dit onderwerp is inmiddels ook in de wetgeving vastgelegd. Bedrijven moeten zich bewust zijn van de voedselveiligheidscultuur en deze ook gericht stimuleren. Wij hebben inmiddels een cultuurmeetmodel ontwikkeld om de voedselveiligheidscultuur inzichtelijk te maken en aantoonbare verbetering tot stand te brengen.”
‘Bedrijven moeten zich bewust zijn van de voedselveiligheidscultuur en deze ook gericht stimuleren’
De levensmiddelensector is, net als alle andere sectoren, bezig met een transitie op het gebied van duurzaamheid en gezondheid. “Dat moet ook wel”, verklaart Tijhuis, “willen we de Europese doelstellingen hiervoor gaan halen. De industrie zal nog meer actie moeten ondernemen, bijvoorbeeld als het gaat om minder dierlijke producten, biodiversiteit, minder CO2-uitstoot en waterverbruik en de strijd tegen de obesitasepidemie. In de toekomst zullen duurzaamheid en gezondheid ook voor kwaliteitsmanagers een belangrijk onderwerp zijn. Dat is misschien nog niet bij elk bedrijf het geval. Wij hebben deze onderwerpen hoog in het vaandel staan en helpen bedrijven die hierin stappen willen zetten dan ook graag!”
Verduurzaming kan ook nog een ander positief effect hebben. Tijhuis: “We zien dat er op dit moment een grote schaarste is aan kwaliteitsmanagers. Jonge mensen willen graag werken bij bedrijven die van duurzaamheid een belangrijk punt maken. Maar je kunt nog meer doen om aantrekkelijker te zijn voor aankomend personeel. Laat zien dat ze zich binnen jouw bedrijf goed kunnen ontplooien, de vrijheid krijgen om zich tot een vakbekwame professional te ontwikkelen. Kortom, dat je in de kracht van je mensen gelooft en hen centraal stelt. Want uiteindelijk zijn zíj het die het moeten doen.”
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Précon Consulting Group.
www.precon.group
Benieuwd naar de overige onderzoeksresultaten? Kik hier